Kees Schilder ‘Vik’ was een zoon van Jan Schilder, ‘Jintje Vik’ en van Aris Schilder, ‘Aris van Frerik’ en hij werd geboren op 20 oktober 1925 . Kees werd als dienstplichtig militair opgeroepen om naar Indonesië gaan, waar nationalistische strijders vochten voor onafhankelijkheid van Nederland en van Indonesië een zelfstandig land wilden maken. Na een zeereis van ruim een maand zette de compagnie 3-5 R.I. (Regiment Infanterie), waarvan Kees Schilder ‘Vik’ deel uitmaakte, op 24 oktober 1946 voet aan wal in Indonesië. Hun standplaats was in het oosten van Java, in de omgeving van Soerabaja en Malang.
De eerste serieuze gevechtshandelingen tegen de Indonesische revolutionairen werden ingezet in juli 1947. Kees werd op 12 oktober samen met nog een aantal soldaten op patrouille uitgestuurd; onderweg moesten de kampongs (dorpjes) worden doorzocht, op zoek naar mogelijke tegenstanders en naar wapens die in de huisjes in de kampongs verborgen moesten liggen. Vóór een van de huisjes aangekomen werd dan een halve kring geformeerd om de mannen te dekken die naar binnen zouden gaan. De soldaten die op patrouille gingen hadden altijd een granaat mee in hun zak of aan hun riem, die zij konden gebruiken als laatste redmiddel, mochten zij in een hinderlaag terecht komen. Met de granaat konden ze dan nog proberen de tegenstanders uit te schakelen. Tijdens het doorzoeken van een huisje in de omgeving van Kendal Pajak ten zuidoosten van Malang, Kees stond deze keer in de halve kring opgesteld, was er plotseling een harde knal. De eerste gedachte van de mannen was dat ze werden beschoten, maar toen zagen ze Kees liggen. Omdat hij de hele dag al had gelopen, door de jungle, over velden, door riviertjes en stroompjes, moet van de granaat die hij in zijn zak meedroeg de ontsteking zijn losgeraakt en vervolgens ontploft. ‘Kees Vik’ bleek zeer zwaar gewond. Met een geïmproviseerde brancard van boomtakken hebben ze hem naar de plaats gedragen waar langs de kant van een weggetje een jeep stond. Boven op de jeep vastgebonden, heeft die hem zo snel mogelijk naar het legerhospitaal in Malang gebracht. Dat moet te lang hebben geduurd; Kees had teveel bloed verloren. De artsen hebben zich nog enorm ingespannen om hem te redden, maar in de vroege morgen van 13 oktober 1947, om ongeveer 2.30 uur, is hij aan zijn verwondingen overleden. Dezelfde middag nog werd hij met militair eerbetoon begraven op een naburig, geïmproviseerd soldatenkerkhof. Later heeft hij een plaats gekregen op de ere-begraafplaats Kembang Kuning te Soerabaja op het eiland Java en daar rust hij nog steeds.
De voor- en achterzijde van Kees’ bidprentje