Kees Visser staat bovenaan 6e van links

Door Jan Schilder 'Vik"

Sergeant-piloot Kees Visser gesneuveld in Nederlands Indië

Voor zover bekend is Kees Visser de eerste Volendammer vliegenier geweest. Als vrijwilliger had hij op 18-jarige leeftijd dienst genomen in het Nederlands leger. Na zijn opleiding werd hij benoemd tot ‘waarnemer der militaire luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch leger’. Tijdens de 2e wereldoorlog maakte Kees als Europees sergeant-piloot deel uit van het Geallieerde leger. Hij werd ingezet in het Verre Oosten bij de bestrijding van de Japanners, die na de eerdere inname van Nederlands Indië ook invasies wilden plegen in Australië. Kees was 1e piloot van een verkenningsvliegtuig, de bemanning bestond uit zes man. Zij voerden verkenningsvluchten uit, om de Japanse scheepsbewegingen in de gaten te houden. De Japanse schepen moesten worden opgespoord, om ze vervolgens aan te vallen en te vernietigen, waardoor de bevoorrading en de verbindingen werden ontwricht. Op 8 oktober 1943 kregen Kees en zijn bemanning opdracht om met hun B-25 een vlucht uit te voeren boven de Flores-zee. Bij het eiland Sumba, in de buurt van de stad Waingapoe, werden zij plotseling aangevallen door vier Japanse Zero’s. Van verschillende kanten werden zij beschoten, maar zij wisten achtereenvolgens drie van de beruchte Japanse jachtbommenwerpers uit de lucht te schieten. Intussen had het toestel van Kees Visser bij deze aanval zware schade opgelopen en twee van de bemanningsleden waren ernstig gewond geraakt. De laatste aanval die de 4e Zero inzette was voor de hulpeloze en intussen machteloze B-25 fataal. Delen van het toestel werden eraf geschoten en op verschillende plaatsen stond het in brand.
Kees Visser ondernam een poging om met het toestel een horizontale, zachte landing op het water te maken, ter bescherming van de bemanning en tegelijk om de brand te blussen. Door de opgelopen schade was het toestel niet meer bestuurbaar, het daalde zeer snel en landde met een harde klap op het water. De bemanning werd gemeen naar voren geslagen. Eerste piloot Kees Visser sloeg daarbij met zijn gezicht tegen het vizier en was op slag dood. Dankzij de actie van Kees overleefden de overige vijf bemanningsleden de klap, maar zij waren allen meer of minder ernstig gewond. Met veel moeite wisten zij zichzelf in redding te brengen met een rubberboot en zich van de plaats des onheils te verwijderen. Uiteindelijk heeft slechts één van deze bemanningsleden de strijd overleefd; hij kon het hele verhaal navertellen.

Kees Visser als vliegenier

Kees Visser postuum onderscheiden wegens moed en trouw

Kees Visser was na het hevige gevecht in de lucht met zijn aan flarden geschoten verkenningsvliegtuig in zee terecht gekomen en gezonken. Pas in maart 1946 schreef het Nederlandse Rode Kruis een brief aan de familie in Volendam, waarin werd meegedeeld, dat ‘Europees sergeant-piloot Kees Visser niet was teruggekeerd van een verkenningsvlucht en sedert 9 oktober 1943 te Waingapoe werd vermist’. Hij ontving postuum de ‘Bronzen Leeuw’, een koninklijke onderscheiding voor zijn ‘verrichte daden van bijzondere moed en trouw’. 

Kees was een zoon van Jan Visser, bijgenaamd ‘Jan Lol’, en Aaltje Zwarthoed, ‘Aal van de Likker’. Het gezin woonde in de Visserstraat nummer 14 en bestond uit vier kinderen. Kees was de enige zoon. Kees Visser werd geboren op 23 juli 1919 en sneuvelde in Nederlands Indië op 24-jarige leeftijd op 9 oktober 1943. Zijn naam staat met ere vermeld op de zuil van het Maria-beeld op het Pellersplein, het plaatselijk monument voor onze oorlogsslachtoffers.

Soldaat-piloot Kees Visser
brief met mededeling van overlijden
onderscheiding en oorkonde die posthuum werden uitgereikt